Plantkundig

Kratom, de boom

Kratom is de algemeen gangbare naam voor de Mitragyna speciosa Korthals, een boom die oorspronkelijk voorkomt in Zuidoost-Azië (Thailand, noordelijk Maleisisch schiereiland en Borneo). Het wordt het meest gekweekt in zuidelijke delen van Thailand en slechts zelden in het noorden.

De Mitragyna soort, behorend tot de klasse van Rubiaceae, komt voor in de (sub-)tropische regio’s van Azië en Afrika. Aziatische Mitragyna’s groeien vooral in het regenwoud, terwijl Afrikaanse soorten (die soms worden ondergebracht in een eigen klasse, Hallea) in moerassig gebied voorkomen. Sommige exemplaren reiken tot bijna 30 meter. De soort heeft zijn naam te danken aan de plantkundige Korthals: de stampers van eerste Mitragyna’s die hij bestudeerde hadden de vorm van een bisschopsmijter. De bloemen van deze planten groeien in een bolvorm met elk zo’n 120 bloemetjes. In de gebieden waar zij van nature voorkomen, worden Mitragyna-soorten voor medicinale doeleinden, maar ook vanwege voor hun fijne hout gebruikt. De laatste tijd is de ondersoort Mitragyna speciosa steeds populairder geworden als recreatieve drug.

Mitragyna speciosa kan ongeveer 15 meter hoog worden met een wijdte van meer dan 4,5 meter. De stam is recht met zijtakken, de bloemen zijn geel. De bladeren verkleuren niet en zijn ovaal van vorm en glimmend, donkergroen van kleur. Kratom is groenblijvend. De plant laat voortdurend bladeren vallen, maar er is wel een soort seizoensgebonden bladverlies die samenhangt met een verandering in de omstandigheden. In het droge seizoen verliest de plant meer bladeren en in het natte seizoen is de groei van nieuwe bladeren sterker. Wanneer de plant buiten een tropisch klimaat wordt gekweekt, verliest hij zijn bladeren bij lage temperaturen (4° C).

Kweken

Kratom groeit bij voorkeur op een beschermde plek in natte, humusrijke aarde. De plant heeft veel voeding nodig en is gevoelig voor droogte en vorst. Voortplanting gebeurt door middel van verse zaden of stekjes. De succeskans is klein, omdat het bladvaatweefsel vaak wordt aangetast door een bepaalde schimmel.

Er is weinig bekend over het kweken van kratom. Zaden en stekjes zijn moeilijk te vinden. Kratomstekjes zijn bovendien nogal lastig om te kweken, hoewel de plant zelf, als deze eenmaal wortel heeft geschoten, redelijk stug is. Om deze reden experimenteren sommigen met het klonen van de plant. De twee grootste problemen met stekjes lijken te zijn dat ze of worden aangetast door een schimmel, of dat ze simpelweg nooit wortelen. Enkele suggesties om deze problemen te verminderen:

  • Het stekje bewaren in een laag water met een luchtpompje om het zuurstofniveau te verhogen;
  • Een klein beetje schimmelbestrijdingsmiddel aan het water toevoegen om schimmelvorming tegen te gaan;
  • Het water elke dag verschonen om schimmel geen kans te geven.

Volgens sommigen is de volgende methode succesvol: gebruik houtwol om het stekje vochtig te houden en er toch nog frisse lucht langs kan stromen, ververs het water elke dag en voeg voeding toe zodra de wortels beginnen te groeien.

Er wordt gezegd dat de bladeren van de M. Speciosa het sterkst (hoogste concentratie alkaloiden) zijn in de late herfst, net voordat ze vallen. Planten die in een koud klimaat worden gekweekt zouden minder sterk zijn. Planten in een subtropisch klimaat zijn minder sterk in de late winter en in het voorjaar, en sterker in de late zomer, de herfst en begin winter. De meeste planten die in een kas worden gekweekt zijn ook minder sterk.